Verwerkingsproces
STAP 1 INVEGEN
Verspreid GATOR XP G2 met een harde borstel. Zorg dat u de voegen volledig vult met GATOR XP G2. Gebruik geen ander voegmateriaal in de voegen. Laat een laag GATOR XP G2 op het oppervlak liggen zodat u het gemakkelijker in de voegen kunt trillen en aandammen. Voor reliëfoppervlakken of bepaalde krasgevoelige oppervlakken raden we aan al het zand van de bestrating te vegen voordat u de trilplaat gebruikt.
STAP 2 AFTRILLEN
Tril het GATOR XP G2 in de voegen met behulp van een trilplaat. Het gebruik van een rubbermat wordt aanbevolen. Is de ondergrond een tegel, dan gebruikt men het beste een roltriller. De voegen moeten tot 3mm onder het steenoppervlak opgevuld zijn. Het trillen doet men het beste in verschillende richtingen om lucht of holtes in de voegen te voorkomen. Herhaal stappen 1 en 2 om zeker te zijn dat de voegen gevuld en stevig aangetrild zijn. Bij smalle voegen moet men zorgvuldiger te werk gaan om de voegen volledig te vullen. Gebruik hiervoor eventueel onze voegenroller om het voegzand te compacteren. LET OP: Grote tegels, dunner dan 6cm dik niet aftrillen met een trilplaat. Dit kan alleen met een roltriller. Heeft u niet deze machine, sla deze stap dan over!
STAP 3 RESTMATERIAAL VERWIJDEREN
Veeg het overtollige GATOR XP G2 van het oppervlak, eerst met een harde borstel, daarna met een zachte borstel. Zorg dat het polymeerzand minstens 3 mm onder het steenoppervlak blijft. Tijdens de bewatering zet het polymeerzand namelijk nog iets uit. Gebruik bij krasgevoelige tegels alleen zachte borstel om krassen te voorkomen!
STAP 4 1X BEWATEREN
Bewater gedurende minstens 30 seconden per 3m² of tot het GATOR XP G2 het water niet meer opneemt en water op de bestrating blijft staan.